Onderhoud van de warmtepomp dient te gebeuren door een STEK gecertificeerd bedrijf. Wij adviseren u na de garantieperiode van 1 jaar een onderhoudscontract af te sluiten. Hierbij wordt er aan uw warmtepomp om het jaar onderhoud uitgevoerd en na gelopen op eventuele storingen.

Dat kan komen door verschillende oorzaken en hangt af van het type warmtepomp:

Hybride Warmtepomp: de storing zit in uw cv-ketel, u dient hiervoor contact op te nemen met het bedrijf dat uw cv-ketel in onderhoud heeft of die het apparaat geplaatst heeft. 

All Electric Warmtepomp: loop de volgende stappen na.

Indien de gewenste temperatuur niet wordt bereikt, kunt u de volgende twee handelingen uit voeren:

Optie 1:Heeft u radiatoren? Zet deze dan allemaal volledig open.

Optie 2: Stel een constante temperatuur in op uw thermostaat, zowel voor de dag als de nacht.

Een geluid kan van meerdere factoren afhankelijk zijn. Belangrijk is om goed te controleren waar dit geluid vandaan komt.

Geluid buitenunit: De buitenunit maakt natuurlijk geluid om lucht om te kunnen zetten in warmte. Het niveau van het geluid is vaak vergelijkbaar met die van een vaatwasser. Ook zal het geluid bij koud weer meer zijn dan bij warmer weer. De warmtepomp moet dan harder werken om warmte te genereren.

Hoort u een hard of raar geluid bij de binnenunit of een geluid bij de buitenunit dat u niet eerder gehoord heeft? Dan kunt u dit eventueel met een geluidsopname via een storingsformulier naar ons sturen. 

Lucht in het verwarmingssysteem kan voor storingen zorgen. Daarom is het goed de warmtepomp regelmatig te ontluchten. Dit geldt voor zowel de warmtepomp als voor eventuele radiatoren. 

Hoe je de warmtepomp ontlucht is afhankelijk van het model of de fabrikant. Sommige warmtepompen zijn voorzien van automatische ontluchters. Bekijk dus altijd eerst de handleiding van uw warmtepomp op de website van de betreffende fabrikant. 

Is de waterdruk in je warmtepomp lager dan 1 bar? Dan moet je bijvullen. Net als bij een cv-ketel moet de druk ongeveer tussen de 1,5 en 2 bar liggen. Controleer daarom eens in het half jaar of de waterdruk nog in orde is. Ook als de warmtepomp een storing geeft of niet meer goed werkt, kan het zijn dat je moet bijvullen.

Let op: soms geeft een warmtepomp een melding van een lage druk. Je ziet dan: Lage Druk (LD) of Low Pressure (LP). Dit gaat dan alleen over de koudemiddelen in het verwarmingssysteem en niet over de druk. Als je dit ziet, neem dan contact met ons op via het online storingsformulier. 

Voordat je de installatie gaat bijvullen, is het handig om alle benodigdheden bij elkaar te hebben. Zorg voor de volgende items:

• Emmer

• Handdoek of dweil

• Vulslang

• Eventueel: waterpomptang

Let op: schakel de tapwaterfunctie van uw warmtepomp uit

1. Bevestig de vulslang aan de kraan
2. Draai de kraan open totdat deze gevuld is met water. Zo voorkom je dat er lucht in de installatie terechtkomt. Vang het water uit de slang op in een emmer.
3. Sluit de slang vervolgens aan op het vulpunt van de warmtepomp.

4. Draai het vulpunt van de warmtepomp open.

5. Laat de kraan open totdat de druk opgelopen is tot 1,5 a 2 bar. Dit zie je op de manometer/display van de warmtepomp. 

6. Sluit het vulpunt weer af.

7. Draai de kraan dicht.

8. Koppel de vulslang weer los, en laat deze leeglopen in een emmer.

9. Dweil eventueel gemorst water op met een doek.

 

Raadpleeg je verzekering

Wij raden aan na de installatie contact op te nemen met je opstal verzekering om na te gaan of de installatie automatisch verzekerd is.

Pas je termijnbedrag aan

Met een warmtepomp verbruik je elektriciteit om de woning te verwarmen. Hierdoor verandert zowel uw gas- als stroomrekening. Neem contact op met je energieleverancier om je termijnbedrag(en) aan te passen. 

Voordat je aan de slag, noteer altijd eerst het storingsnummer dat op het scherm van de warmtepomp zichtbaar is. Dit kan later eventueel nog nodig zijn indien er een monteur moet komen om de storing te verhelpen.

Controles om zelf uit te voeren

1. Zit de stekker goed in het stopcontact? Controleer ook de aardlekschakelaar en of zekeringen in de meterkast ingeschakeld zijn. 

2. Krijgt het buitendeel van de warmtepomp stroom? Controleer ook hierbij de aardlekschakelaar en zekeringen in de meterkast.

3. Brandt er een storingslamp op de warmtepomp?

4. Kijk of je een reset kunt uitvoeren via de resetknop of het display op de warmtepomp.

5. Staat de kamerthermostaat hoog genoeg? Zet deze op de hoogste stand om te kijken of de storing hiermee weggaat.

6. Is de waterdruk hoog genoeg? Controleer of deze tussen de 1,5 en 2 bar staat op de barometer.

7. Controleer of er voldoende radiatoren en/of groepen van de vloerverwarming openstaan.

8. Controleer of je borrelende geluiden hoort in de installatie.

9. Controleer of je toevallig een druppelende kraan hebt.

Warmtepomp reset

Bij de meeste warmtepompen is het mogelijk elke 24 uur een reset te doen. Is de storing daarna niet verholpen, dan kan alleen een monteur de warmtepomp nog resetten. De meeste warmtepompen hebben een resetknop die je zelf kunt indrukken, bij andere warmtepompen moet je in het menu zoeken naar de reset optie. 

Een andere manier om een reset te doen is de stekker uit het stopcontact te trekken en deze na 1 of 2 minuten weer terug te plaatsen. De warmtepomp zal weer opstarten en soms kan de storing dan verholpen zijn. De warmtepomp zal dan weer opstarten en soms kan de storing dan verholpen zijn. 

Let op: reset de warmtepomp maximaal 1 keer.

Staat de warmtepomp nog steeds in storing? Neem dan contact met ons op via 085 104 1008 of via het storingsformulier op de website.